De man wiens schaduw bang was in het donker keek op, omdat dit de enige manier was iets te zien in de houding waarin hij zich bevond. Hijzelf verwonderde zich hier geen moment over, maar ik vraag me op zo'n moment toch af in wat voor positie hij zich dan bevond. De precieze houding van de man zullen wij waarschijnlijk nooit meer achterhalen: er was helaas maar één ooggetuige.
Omdat de precieze houding van de man toevallig wél essentieel is voor een belangrijk deel van dit verhaal, constateer ik een vrij onoplosbaar probleem. De genomen maatregel, zijnde met het verhaal door te gaan waar dat weer mogelijk is, moet dan ook niet als een oplossing gezien worden, maar meer als een jammerlijk gegeven. Mijn excuses. (...)
Ik kwam op hem afrennen en wierp een zware steen richting zijn hoofd, om de man voor de laatste keer de kans te geven zijn beste grap ooit te maken. "Wow, dat was echt keihard.." waren zijn laatste woorden, en een jammerlijke mislukking was daarmee geboren.
maandag 22 september 2008
zaterdag 20 september 2008
Het ochtendmens
Stel, je wordt wakker, zoals elke ochtend. Er zit iets in je oog, niet zoals elke ochtend. Wakker worden betekent niet dat je ook opstaat. Dit is een misverstand dat veel mensen nog wel eens maken.
Het is eigenlijk te vroeg om je af te vragen wat er in je oog zit, maar tegen beter weten in doe je het toch. Het is de alcohol van gisteravond. De lichtsterkte in je kamer bevalt dat oog dan ook niet, maar een deken over je hoofd trekken is de enige oplossing. Jouw enige oplossing. Is het je al opgevallen dat je constant in de tweede persoon aan het schrijven bent? Ah well, ben je ook eens origineel.
Je zet thee, en ergert je opnieuw aan het feit dat het te heet is om meteen te drinken. Op dit soort ochtenden kun je misschien beter heel veel water drinken. Alternatieven zijn niet aan te slepen in kwantiteiten die je hersenen zodanig moeten bevochtigen dat ze niet meer tegen je schedel aan botsen bij elke stap die je zet.
Muziek die bij je stemming past is misschien niet zo'n tactisch idee, maar het moet maar. Van die hyperactieve vrolijke muziek, daar moet je op zo'n moment al helemáál niks van hebben. Nadat je het zout zorgvuldig over je wonden verdeeld hebt pak je het dichtstbijzijnde leesbare, om dit vervolgens weer weg te leggen, omdat ook dit je ogen niet zint. Niet dat het uitmaakt. Je begint te twijfelen aan het nut van de dag, en vraagt je af waarom en hoe je ook al weer uit bed gekomen bent. Al dat gedoe, terwijl je er dezelfde avond toch weer in gaat liggen. Een beetje je levensfilosofie.
Jammer dat de muziek niet kabbelend op de achtergrond bezig is zichzelf te vermaken. De aanwezigheid is tergend. De overeenkomst ook. Je pakt je thee, die inmiddels te koud is om drinkbaar te zijn, en hebt het gevoel dat jou hetzelfde overkomen is. Als je begrijpt wat je bedoelt.
Je merkt opvallend vaak dat je telefoon niet gaat. Dat is vreemd, dat je als mens in staat bent om de afwezigheid van dingen op te merken. Terwijl je dit overdenkt worden de metaforische associaties je te veel, pak je je thee op, die blijkbaar al op was, en lach je niet eens meer om je eigen clever grapjes.
Het is eigenlijk te vroeg om je af te vragen wat er in je oog zit, maar tegen beter weten in doe je het toch. Het is de alcohol van gisteravond. De lichtsterkte in je kamer bevalt dat oog dan ook niet, maar een deken over je hoofd trekken is de enige oplossing. Jouw enige oplossing. Is het je al opgevallen dat je constant in de tweede persoon aan het schrijven bent? Ah well, ben je ook eens origineel.
Je zet thee, en ergert je opnieuw aan het feit dat het te heet is om meteen te drinken. Op dit soort ochtenden kun je misschien beter heel veel water drinken. Alternatieven zijn niet aan te slepen in kwantiteiten die je hersenen zodanig moeten bevochtigen dat ze niet meer tegen je schedel aan botsen bij elke stap die je zet.
Muziek die bij je stemming past is misschien niet zo'n tactisch idee, maar het moet maar. Van die hyperactieve vrolijke muziek, daar moet je op zo'n moment al helemáál niks van hebben. Nadat je het zout zorgvuldig over je wonden verdeeld hebt pak je het dichtstbijzijnde leesbare, om dit vervolgens weer weg te leggen, omdat ook dit je ogen niet zint. Niet dat het uitmaakt. Je begint te twijfelen aan het nut van de dag, en vraagt je af waarom en hoe je ook al weer uit bed gekomen bent. Al dat gedoe, terwijl je er dezelfde avond toch weer in gaat liggen. Een beetje je levensfilosofie.
Jammer dat de muziek niet kabbelend op de achtergrond bezig is zichzelf te vermaken. De aanwezigheid is tergend. De overeenkomst ook. Je pakt je thee, die inmiddels te koud is om drinkbaar te zijn, en hebt het gevoel dat jou hetzelfde overkomen is. Als je begrijpt wat je bedoelt.
Je merkt opvallend vaak dat je telefoon niet gaat. Dat is vreemd, dat je als mens in staat bent om de afwezigheid van dingen op te merken. Terwijl je dit overdenkt worden de metaforische associaties je te veel, pak je je thee op, die blijkbaar al op was, en lach je niet eens meer om je eigen clever grapjes.
Abonneren op:
Posts (Atom)