De man wiens schaduw bang was in het donker keek op, omdat dit de enige manier was iets te zien in de houding waarin hij zich bevond. Hijzelf verwonderde zich hier geen moment over, maar ik vraag me op zo'n moment toch af in wat voor positie hij zich dan bevond. De precieze houding van de man zullen wij waarschijnlijk nooit meer achterhalen: er was helaas maar één ooggetuige.
Omdat de precieze houding van de man toevallig wél essentieel is voor een belangrijk deel van dit verhaal, constateer ik een vrij onoplosbaar probleem. De genomen maatregel, zijnde met het verhaal door te gaan waar dat weer mogelijk is, moet dan ook niet als een oplossing gezien worden, maar meer als een jammerlijk gegeven. Mijn excuses. (...)
Ik kwam op hem afrennen en wierp een zware steen richting zijn hoofd, om de man voor de laatste keer de kans te geven zijn beste grap ooit te maken. "Wow, dat was echt keihard.." waren zijn laatste woorden, en een jammerlijke mislukking was daarmee geboren.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten