Een tot leegte gecomprimeerde overvloed van gedachten, en vragen, en spinsels die mijn hersenen van een web voorzien, waarin alles samenhangend en verstrikt in elkaar en samengesmolten niet meer los raakt. Mijn helft al heel lang geen geheel meer.
En bovendien is het er stoffig, verjaard, en vastgeroest in patronen die nooit hun intrede hadden mogen doen. Niemand wacht tot je klaar bent met iets opvangen dat allang gevallen is. Zeker niet als het een oorverdovend geluid maakt; en de splinters en brokstukken er voor zorgen dat het enige dat je ooit nog kan horen iets is dat de onmogelijkheid vereist nog intenser te zijn. Alles beweegt als je stilstaat.
Het regent, maar ik heb geen druppels nodig om te overstromen. En stiekemlijk twijfel ik of het wel beter was geweest als ik geen redenen had gehad te doen wat ik doe. Is het ooit te laat om te laten wat ik doe? Ik heb het al geprobeerd, maar mijn gespartel heeft er enkel voor gezorgd dat ik vaster kwam te zitten. En nu ben ik afhankelijk van concepten en hoop die ik het best kan projecteren op onbekenden, op jou; van allen die aan mij bekend zijn weet ik al dat ze niet voldoen.
Ik heb alle tijd voor de sluiers en maskers die elkaar verhullen,
en de mijne vervullen van hoop.
Maar óf jouw masker is zo goed als het mijne, óf ik heb je gezicht al gezien.
zondag 28 december 2008
donderdag 18 december 2008
Absentieloos
De man had rimpels tussen zijn ogen, die bewogen, alsof ze nooit stil hadden gestaan. De muren ademden niet meer, ze hyperventileerden en stikten in overwelming der kleur, de withete geur brandde zijn weg naar buiten. Zijn ogen zagen zo nooit weer, ze penetreerden en ze fikten in bedwelming der kleur, zo onontkomelijk helder; ze trachten te sluiten. En op weerstand, zo verwachten ze, nimmer te stuiten, voor groener gras, zo bedachten ze, moet je wel naar buiten. Concentratie van zicht op een concentratie van kleuren. De muren weerkaatsen wat ze ontvangen, het licht tussen de muren blijft voor altijd hangen, voor altijd gevangen, maar jij moet hier weg.
Het gat in mijn borst is maar een geaccumuleerde absentie, zonder consequentie.
Ik vertel een waarheid over leugens: er valt geen waarheid in te vinden. En alles is een leugen, niks valt er aan vast te binden. En geen van hen deugen, niks om je over te verheugen, niks is wat het lijkt: alles ís zo. De realiteit is pas hard als je twijfelt, neem dat nou maar van mij aan.
Een innerlijke discrepantie,
waartussen ik geen verband zie,
niks rijmt,
alles aan elkaar gelijmd.
De straat bestaat uit mos en wol
tot mijn overtuigde koprol
hem verandert in steen.
Maar daarvoor was hij zacht.
Dat heb je toch gezien? Door de spleet die men je ogen noemt, waartussen de realiteit aan je opdoemt, en niks sluit uit, dat als je ze sluit de wereld ook UIT-
Het gat in mijn borst is maar een geaccumuleerde absentie, zonder consequentie.
Ik vertel een waarheid over leugens: er valt geen waarheid in te vinden. En alles is een leugen, niks valt er aan vast te binden. En geen van hen deugen, niks om je over te verheugen, niks is wat het lijkt: alles ís zo. De realiteit is pas hard als je twijfelt, neem dat nou maar van mij aan.
Een innerlijke discrepantie,
waartussen ik geen verband zie,
niks rijmt,
alles aan elkaar gelijmd.
De straat bestaat uit mos en wol
tot mijn overtuigde koprol
hem verandert in steen.
Maar daarvoor was hij zacht.
Dat heb je toch gezien? Door de spleet die men je ogen noemt, waartussen de realiteit aan je opdoemt, en niks sluit uit, dat als je ze sluit de wereld ook UIT-
Abonneren op:
Posts (Atom)