Ik las laatst een bizar artikel. Nou is het misschien eigenlijk niet zo bizar, maar het is gewoon raar als je het je voorstelt. Om het even in een context te plaatsen, ik was voor m'n studie op zoek naar wetenschappelijke artikelen, om informatie te krijgen voor een artikel dat ik zelf moet schrijven. En toen kwam ik via zeventien zijsporen bij een artikel terecht dat ik hier zal samenvatten.
Het begon te vertellen over een of andere ontwikkeling in de genetica: de genen die haar- en huidskleur bepalen zijn gelocaliseerd, dit betekent dat je aan de hand van iemands dna kan onderzoeken wat voor huids- en haarkleur hij of zij heeft. Of dit nieuw is of niet, geen idee. Dna-structuren zijn zo universeel dat ook bij dieren met deze gelocaliseerde genen de haarkleur kon worden voorspeld. Om deze veralgemenisering te relativeren: in een college werd mij verteld dat het menselijk dna voor 50% overeenkomt met dat van de banaan. Go figure.
Goed, de volgende toepassing van deze kennis was wel nieuw. Aan de hand van dna dat ze uit de botten van onder andere prehistorische beesten hebben gehaald, hebben ze dus de kleur van deze beesten kunnen achterhalen.
Een grappig idee dat we bij onze voorstellingen van prehistorische dieren toch altijd, voor ons, enigszins realistisch aandoende kleuren hebben bedacht, terwijl we van hun daadwerkelijke kleuren geen idee hadden.
Uit dit onderzoek blijkt dan ook dat deze prehistorische dieren dus in werkelijk in alle kleuren van de regenboog voorkwamen. Aangenomen wordt dat alle dieren die de aarde bewoonden zo lang geleden allemaal in de meest uiteenlopende kleuren(combinaties) verschenen. Beelden van aapachtigen met fel paarse en gele haren, gele nijlpaarden, blauwe ijsberen, groen-zwarte konijnen, misschien een al enigszins op de mens-lijkend dier met felgroene beharing schieten mij abrupt te binnen..
Eigenlijk heb ik geen idee of deze dieren in die tijd leefden, maar je kunt je wel een beeld voorstellen hoe deze wereld, met overal felgekleurde dieren, eruit gezien zal moeten hebben.
Fucking spacend.
Waarom toen wel, en nu niet meer? Evolutietheoretici hebben daar natuurlijk wel wat over te zeggen. Ten eerste, de felstgekleurde dieren vielen natuurlijk het meest op. Daardoor werden ze snel gespot door hun natuurlijke vijand. Dus dieren die minder opvallende kleuren hadden, hadden een grotere kans om door een roofdier niet gezien te worden. Daarom hadden ze een grotere overlevingskans, en gaven deze niet-kleurrijke genen massaal door aan hun kinderen. Geef de evolutie een tijdje en wat krijg je: Tadaa! saai-gekleurde dieren.
Een tweede aspect dat heeft meegeholpen, is de menging van kleuren. Met genen gaat het niet zo makkelijk dat bijvoorbeeld een blauwe hond en een gele hond een groen jong krijgen; maar iets vergelijkbaars vindt in de loop van tijd wel plaats. Hoe meer kleuren 'gemengd' worden door de verschillend gekleurde dieren die zich voortplanten, hoe meer deze kleur richting bruin gaat. Want, zoals jullie allemaal weten, gooi rood, blauw en geel, de primaire kleuren, bij elkaar en je krijgt bruin. Zoals je misschien al eens is opgevallen, de meeste zoogdieren zijn gekleurd in een bruine tint. Zwarte kleuren worden gezien als een 'vergevorderde doormenging van donkerbruine tinten'. Bij mensen is waarschijnlijk iets soortgelijks gebeurd, waarbij aan het begin van het spectrum 'blond' als een lichte vorm van bruin wordt gezien, en dit spectrum loopt via bruine tinten tot zwart. Er is één uitzondering.
Mensen met 'rood' haar. Roodharige mensen hebben nooit écht rood haar. Het is meestal een roodbruine kleur: dus in de loop van de evolutie is het felle rood met bruin vermengd geraakt. Het overgebleven rood wordt verklaard door het feit dat de genen voor rode haren zeer sterk zijn: en na zo'n lange tijd nog steeds een roodachtige tint aan de bruine kleur geven.
Dit is bij mensen helaas het enige dat overgebleven is van de felgekleurde haren die al onze voorouders hadden.. Toch jammer..
zondag 26 oktober 2008
maandag 20 oktober 2008
De vergezochte kraanvogel
De logische verklaring. Een verwerpelijk concept als je het mij vraagt.
Oke, ergens heel lang geleden, maar dan niet in een sprookje, was er zo'n gozer die (net zoals ik, omdat ik eigenlijk voor m'n tentamens moet leren, en dus andere dingen opeens uitermate interessant vind) het heel belangrijk vond om nutteloze dingen te doen. Deze knaap heette Aristoteles, en dit was geen toeval: zijn ouders hadden hem blijkbaar zo genoemd. Als hij geen tentamens had die hij moest leren, weet ik niet welke waanzin hem dan wél zover dreef om te doen wat hij deed: Het leek hem nou eens een heel goed plan om de regels van de logica op te stellen. Whatever turns you on.
Nou snap ik daar al meteen iets niet aan. Op wat voor manier heeft hij die regels bedacht? Ik bedoel, er waren geen logische regels waaraan hij zich kon houden toen hij die logische regels bedacht. Want die moest hij nog bedenken. Anders gezegd: hij heeft absurde redeneermanieren kunnen gebruiken, om vervolgens daarmee regels te bedenken die hij daarna definieerde als 'logisch', en daarmee zijn eigen regel bewees. Dames en heren, hierbij presenteer ik u: een cirkelredenering.
Nu zal er misschien wel een logische verklaring zijn voor de manier waarop dit manneke deze regels toch wel correct als logisch heeft kunnen definiëren, maar die verwerp ik bij voorbaat omdat ik, zoals hierboven gezegd, logisch niet per sé logisch vind. Over cirkelredeneringen gesproken. Maar hierop kan Aristoteles geen commentaar hebben want ja, wat u niet wilt dat u geschiedt... Nog een cirkelredenering. Oke, ik zal ophouden.
Mijn punt was: als dit, ongetwijfeld koddige, ventje deze 'regels' van hem, nou voor zich had gehouden, dan was de wereld een stuk grappiger geweest. Neem nou het volgende: als je vet, bijvoorbeeld boter, op een papiertje smeert, dan kun je er doorheen kijken. Kijk, dat lijkt mij nou grappig, als iemand dan heel dik wordt, dan kun je op den duur door hem heen kijken. Zonder dat een of andere malloot, die die Aristoteles zelfs nooit gekend heeft, naar je toekomt om je te vertellen dat er écht wel een logische verklaring is voor het feit dat dit niet kan. Je moeder is logisch.
Het feit dat ik over water kan lopen zou opeens betekenen dat ik Jezus ben: Jezus kon over water lopen, ik kan over water lopen, dus: ik ben Jezus. Lijkt me toch apart om de zoon van god te zijn, maar nee: die kans is mij ontnomen door Aristoteles. Met zijn logische onzin.
Dat brengt mij tot het volgende: Als niks logisch is, is alles onlogisch.
Dat wil zeggen, als die kerel nooit logische regels had bedacht. dan was er niks logisch geweest. Daaruit volgt op het eerste gezicht logisch gezien niet dat alles dús onlogisch is. Maar omdat in de premisse gesteld wordt dat er niks logisch is: dan moet deze redenering dat dus ook niet zijn. En daarom klopt ie, logisch gezien.
Alles is onlogisch, de muziek die uit mijn gitaar komt dwingt mij te veroorzaken wat ik hoor, de woorden die op mijn computerscherm verschijnen bewegen mij ertoe dit te typen, autowielen die vooruit draaien terwijl de auto vooruit rijdt, mijn schaduw verschijnt bij komst van de nacht, terwijl de dekens om mij heen mij woelen, lig ik in bed, en de gedachte komt in me op dat moet bedenken wat ik denk, en bedacht moet hebben wat ik net dacht, een boom die ver van een appel valt, terwijl ik mijn afdwalende gedachten volg naar de toekomst, die zichzelf bouwt omwille van het verstrijken van de tijd, één plus één = één plus één, de stekker in het stopcontact doen om het stopcontact van stroom te voorzien, drijfzand gebouwd op een gebouw óp een gebouwd gebouw onder een gebouw waarop drijfzand gebouwd is, ellenlange meters, meterslange kilo's, zeventien minuten durende percentages, een geheel abstracte realiteit, waarin alles logisch is, een duister verlichte kamer, waarin Voltaire en Rousseau duister smoezelen, het vloerkleed op hun hoofd valt, ware het niet dat het plafond tussenbeide kwam zonder dat het kokende water kookte, en de creativiteit een creatie creëerde, die kronkelde en krankzinnigheid uitkraamde op kraamvisite bij een kraanvogel, die huisde in de krochten van een kromme kroeg waaraan hij verknocht was, hij die gezocht was, en bezocht was door de creativiteit zelve bij de geboorte van zijn dochter.
Oke, ergens heel lang geleden, maar dan niet in een sprookje, was er zo'n gozer die (net zoals ik, omdat ik eigenlijk voor m'n tentamens moet leren, en dus andere dingen opeens uitermate interessant vind) het heel belangrijk vond om nutteloze dingen te doen. Deze knaap heette Aristoteles, en dit was geen toeval: zijn ouders hadden hem blijkbaar zo genoemd. Als hij geen tentamens had die hij moest leren, weet ik niet welke waanzin hem dan wél zover dreef om te doen wat hij deed: Het leek hem nou eens een heel goed plan om de regels van de logica op te stellen. Whatever turns you on.
Nou snap ik daar al meteen iets niet aan. Op wat voor manier heeft hij die regels bedacht? Ik bedoel, er waren geen logische regels waaraan hij zich kon houden toen hij die logische regels bedacht. Want die moest hij nog bedenken. Anders gezegd: hij heeft absurde redeneermanieren kunnen gebruiken, om vervolgens daarmee regels te bedenken die hij daarna definieerde als 'logisch', en daarmee zijn eigen regel bewees. Dames en heren, hierbij presenteer ik u: een cirkelredenering.
Nu zal er misschien wel een logische verklaring zijn voor de manier waarop dit manneke deze regels toch wel correct als logisch heeft kunnen definiëren, maar die verwerp ik bij voorbaat omdat ik, zoals hierboven gezegd, logisch niet per sé logisch vind. Over cirkelredeneringen gesproken. Maar hierop kan Aristoteles geen commentaar hebben want ja, wat u niet wilt dat u geschiedt... Nog een cirkelredenering. Oke, ik zal ophouden.
Mijn punt was: als dit, ongetwijfeld koddige, ventje deze 'regels' van hem, nou voor zich had gehouden, dan was de wereld een stuk grappiger geweest. Neem nou het volgende: als je vet, bijvoorbeeld boter, op een papiertje smeert, dan kun je er doorheen kijken. Kijk, dat lijkt mij nou grappig, als iemand dan heel dik wordt, dan kun je op den duur door hem heen kijken. Zonder dat een of andere malloot, die die Aristoteles zelfs nooit gekend heeft, naar je toekomt om je te vertellen dat er écht wel een logische verklaring is voor het feit dat dit niet kan. Je moeder is logisch.
Het feit dat ik over water kan lopen zou opeens betekenen dat ik Jezus ben: Jezus kon over water lopen, ik kan over water lopen, dus: ik ben Jezus. Lijkt me toch apart om de zoon van god te zijn, maar nee: die kans is mij ontnomen door Aristoteles. Met zijn logische onzin.
Dat brengt mij tot het volgende: Als niks logisch is, is alles onlogisch.
Dat wil zeggen, als die kerel nooit logische regels had bedacht. dan was er niks logisch geweest. Daaruit volgt op het eerste gezicht logisch gezien niet dat alles dús onlogisch is. Maar omdat in de premisse gesteld wordt dat er niks logisch is: dan moet deze redenering dat dus ook niet zijn. En daarom klopt ie, logisch gezien.
Alles is onlogisch, de muziek die uit mijn gitaar komt dwingt mij te veroorzaken wat ik hoor, de woorden die op mijn computerscherm verschijnen bewegen mij ertoe dit te typen, autowielen die vooruit draaien terwijl de auto vooruit rijdt, mijn schaduw verschijnt bij komst van de nacht, terwijl de dekens om mij heen mij woelen, lig ik in bed, en de gedachte komt in me op dat moet bedenken wat ik denk, en bedacht moet hebben wat ik net dacht, een boom die ver van een appel valt, terwijl ik mijn afdwalende gedachten volg naar de toekomst, die zichzelf bouwt omwille van het verstrijken van de tijd, één plus één = één plus één, de stekker in het stopcontact doen om het stopcontact van stroom te voorzien, drijfzand gebouwd op een gebouw óp een gebouwd gebouw onder een gebouw waarop drijfzand gebouwd is, ellenlange meters, meterslange kilo's, zeventien minuten durende percentages, een geheel abstracte realiteit, waarin alles logisch is, een duister verlichte kamer, waarin Voltaire en Rousseau duister smoezelen, het vloerkleed op hun hoofd valt, ware het niet dat het plafond tussenbeide kwam zonder dat het kokende water kookte, en de creativiteit een creatie creëerde, die kronkelde en krankzinnigheid uitkraamde op kraamvisite bij een kraanvogel, die huisde in de krochten van een kromme kroeg waaraan hij verknocht was, hij die gezocht was, en bezocht was door de creativiteit zelve bij de geboorte van zijn dochter.
zaterdag 11 oktober 2008
De psychopathische vrachtwagenchauffeur en zijn lotvallige rondzwervingen
Ik werd vanochtend abrupt onderbroken in het uitslapen van mijn roes. Een, naar alle waarschijnlijkheid psychopathische, vrachtwagenchauffeur vond het een goed idee om achteruit rondjes om mijn huis te rijden (en dit is geen nutteloze toevoeging van een toevallig gelijktijdige gebeurtenis, maar ik bestempel het bij deze onherroepelijk als causaal verband houdende met het eerst genoemde feit). Rond een uur of half 7. Op een zaterdagochtend. Of, nouja, eigenlijk vóór de zaterdagochtend, want wie staat er nou weer voor half 7 op, op een zaterdag (uiteraard afgezien van de vrachtwagenchauffeur in kwestie: hij was tenslotte psychopatisch met een reden)? Omdat men normaliter wakker wordt in de ochtend, en men niet wakker wordt op zaterdag om half 7, wil ik hiernaar niet vaker refereren als zijnde s'ochtends. Zaterdag om half 7 dus; en niet s'avonds.
Nou zou dit alles mij vrij weinig hebben uitgemaakt (heeft die gozer ook nog eens iets vermakelijks te doen op zo'n onchristelijk tijdstip), ware het niet dat vrachtwagens als ze achteruitrijden ter waarschuwing constant piepjes uitstoten. Als dit niet het geval was geweest was ik ook nooit wakker geworden, en was de hele toestand aan mij ontgaan, hetgeen nog een reden was geweest waarom het mij niet uitgemaakt zou hebben. De genoemde piep is niet gering, de vrachtwagen wil als het ware alle aandacht dwingen zich te vestigen op het feit dat hij in staat is achteruit te rijden, en dit lukt hem onontkenbaar. Zowel onontkomelijk de aandacht op zich vestigen als achteruit rijden.
Mijn inlevingsvermogen is op een tijdstip als het eerder genoemde nooit erg groot. Eén rondje, hooguit twee achteruit om mijn huis heen rijden, kan ik me wel voorstellen. Maar het langdurige aanhouden van dit panische gepiep betekende dat de chauffeur niet van plan was het aantal rondjes op een bescheiden aantal te houden.
Een soortgelijk aanhoudend gepiep maken wekkers ook wel eens. Dit zijn heel effectieve wekkers, met vaak geen lange levensduur. Dit zal ik nader uitleggen. Het geluid dat ze maken is zo afgrijselijk dat je, hoe vroeg op de ochtend het ook is, hoe warm je bed, hoe ver de wekker weg, hoe moe je bent, hoe verwaarloosbaar ver gevorderd je ook bent in het uitslapen van je roes, je al deze dingen negeert, om zo snel mogelijk de wekker te laten ophouden dit gekrijs te vertonen. De korte levensduur heeft hier ook mee te maken, want een wekker uit het raam gooien, of beter nog: te lijf gaan met een cirkelzaag, zorgt voor een oplossing van het probleem op lange duur.
In mijn staat van relatieve wakkerheid realiseerde ik mij de afschuwelijkheid van overreden worden door een achteruitrijdende vrachtwagen. Nog niet eens omdat dit waarschijnlijk geen pijnloze aangelegenheid is, en vrij fatale consequenties onmiddelijk volgen, maar vooral omdat het laatste dat je hoort dit verschrikkelijk irritante gepiep is. "Laat het alsjeblieft ophouden.." zouden de laatste, doch effectieve, woorden zijn geweest van de humorloze man wiens schaduw bang is in het donker.
Nou zou dit alles mij vrij weinig hebben uitgemaakt (heeft die gozer ook nog eens iets vermakelijks te doen op zo'n onchristelijk tijdstip), ware het niet dat vrachtwagens als ze achteruitrijden ter waarschuwing constant piepjes uitstoten. Als dit niet het geval was geweest was ik ook nooit wakker geworden, en was de hele toestand aan mij ontgaan, hetgeen nog een reden was geweest waarom het mij niet uitgemaakt zou hebben. De genoemde piep is niet gering, de vrachtwagen wil als het ware alle aandacht dwingen zich te vestigen op het feit dat hij in staat is achteruit te rijden, en dit lukt hem onontkenbaar. Zowel onontkomelijk de aandacht op zich vestigen als achteruit rijden.
Mijn inlevingsvermogen is op een tijdstip als het eerder genoemde nooit erg groot. Eén rondje, hooguit twee achteruit om mijn huis heen rijden, kan ik me wel voorstellen. Maar het langdurige aanhouden van dit panische gepiep betekende dat de chauffeur niet van plan was het aantal rondjes op een bescheiden aantal te houden.
Een soortgelijk aanhoudend gepiep maken wekkers ook wel eens. Dit zijn heel effectieve wekkers, met vaak geen lange levensduur. Dit zal ik nader uitleggen. Het geluid dat ze maken is zo afgrijselijk dat je, hoe vroeg op de ochtend het ook is, hoe warm je bed, hoe ver de wekker weg, hoe moe je bent, hoe verwaarloosbaar ver gevorderd je ook bent in het uitslapen van je roes, je al deze dingen negeert, om zo snel mogelijk de wekker te laten ophouden dit gekrijs te vertonen. De korte levensduur heeft hier ook mee te maken, want een wekker uit het raam gooien, of beter nog: te lijf gaan met een cirkelzaag, zorgt voor een oplossing van het probleem op lange duur.
In mijn staat van relatieve wakkerheid realiseerde ik mij de afschuwelijkheid van overreden worden door een achteruitrijdende vrachtwagen. Nog niet eens omdat dit waarschijnlijk geen pijnloze aangelegenheid is, en vrij fatale consequenties onmiddelijk volgen, maar vooral omdat het laatste dat je hoort dit verschrikkelijk irritante gepiep is. "Laat het alsjeblieft ophouden.." zouden de laatste, doch effectieve, woorden zijn geweest van de humorloze man wiens schaduw bang is in het donker.
Abonneren op:
Posts (Atom)